Er ligt een lijst met onderwerpen vanuit mijn onderzoek te wachten om in dit blog te beschrijven. Over theoriën en trainingen, over mooie ontmoetingen en briljante plannen. Maar in het kader van de lente blijf ik even persoonlijk. Omdat de lente zo duidelijk maakt dat alles verandert. En tegelijkertijd ook dat altijd alles hetzelfde blijft.
Gisteren was ik naar Black Memories van Danstheater AYA. Waanzinnige voorstelling, prachtig gedanst en een heel stevig en mooi thema: de geschiedenis en het heden vanuit het perspectief van zwarte mensen. Het schuurde en het kraakte, bezoekers verlieten de zaal tijdens de weergaloze uitbeelding van de slavernij-tijd (prachtige beeldende dans, hele duidelijke teksten, het was voelbaar tot in je haarvaten). Het publiek – overwegend wit – voelde zich aangesproken, ongemakkelijk en tegelijkertijd ook betrokken.
Aan het eind van de voorstelling en tijdens het nagesprek werd het thema ‘waarom moeten we dit nog steeds doen’ heel duidelijk neergezet. Waarom is white privilege nog steeds zo alom aanwezig in onze samenleving? Waarom is het nog steeds lastig om te zeggen dat zwarte piet niet meer kan? Waarom wordt een zwarte jongere in de supermarkt nog altijd in de gaten gehouden ‘voor het geval hij iets jat’? Waarom? Waarom?
Ik vond het een mooie en ware voorstelling, maar vooral in het nagesprek vond ik hem lastig. Want ik blijf het zo lastig vinden om te zien hoe we hier uit komen. Alles verandert, maar alles blijft hetzelfde. Nederlanders discrimineren – maar wij niet. Natuurlijk kan zwarte piet niet meer – maar ik kan dat niet vertellen aan mijn tennisvrienden met kleine kinderen. De diepere kwestie wordt in het gesprek vaak onuitgesproken gelaten: hoe kan ik zien wat ik niet zie? Want als witte en welgestelde vrouw heb ik zoveel voordelen in dit leven, ik zie ze niet. Ze zijn ‘water’ voor me (deze vergelijking komt uit een heel prachtig filmpje dat ik hieronder plaats, gewoon omdat het bij dit blog hoort).
Hoe kunnen we elkaar helpen om elkaars perspectief te voelen? Hoe komen we samen tot verandering. Hoe voeren we het gesprek in de realisatie dat het ons allemaal echt iets gaat kosten, pijn gaat doen, om deze verandering in te zetten? Ik weet het niet, ik zie alleen dat het zelfs op zo’n avond, in zo’n zaal met mensen die een kaartje gekocht hebben om dit te ervaren, slecht lukt om echt elkaars werkelijkheid te zien. In de foyer achteraf hoorde ik twee oudere mensen tegen elkaar zeggen: ‘Ja ik weet het niet, maar ik denk echt niet dat ik me gediscrimineerd zou voelen als ik zwart was’. En later in hetzelfde gesprek: ‘ Ik snap niet zo goed waarom ze steeds zwarte piet aan ras willen koppelen. Hij is toch zwart omdat hij door de schoorsteen komt?’.
Indachtig aan mijn eigen motto, om het perspectief van de ander te zoeken en van daaruit te proberen ruimte te creeëren voor mijn eigen perspectief, ben ik naar de mensen toegegaan die deze dingen aan het zeggen waren. Niet om ze de les te lezen, maar omdat ik echt nieuwsgierig was waarom ze naar de voorstelling gekomen waren. En omdat ik wilde voelen wat zij hadden meegenomen. En natuurlijk, omdat ik ook wilde proberen mijn perspectief zichtbaar te maken voor ze. Is het me gelukt? Ik hoop het wel. Het was mooi om te zien hoe openingen ontstonden en er spiegeling ontstond. Ook tussen de twee zelf. Met name toen we het over die winkeldiefstal-verdenking hadden. Eerst vertelden ze me dat het niet discriminatie was, omdat een kleine groep het echt voor ze verpest (quote: jonge Turken en Marokkanen stelen wel, en verpesten het voor de groep). Maar toen ik vroeg of dat niet ook voor ons gold: was er niet ook een kleine groep witte mensen die stelen en het zo dus voor ons zou moeten verpesten?) zag ik iets van verwarring en ruimte ontstaan. Misschien wishfull thinking van mij, maar het was wel mooi.
Tegelijkertijd, een dag later in mijn kantoor, blijft vooral toch ook bij hoe deze mensen de discussie steeds probeerden te verengen naar het punt: ik discrimineer zelf niet. Dat geloofden ze beiden oprecht, en ik voelde ook hun intentie om daadwerkelijkheid bij iedereen voorbij de huidskleur te kijken. Mooi. Maar tegelijkertijd een bescherming, een externalisering: ik discrimineer niet, dus bij mij hoeft niets te veranderen. De discussie werd hiermee academisch, buiten hun eigen leven, gezet. Met als gevolg dat het risico levensgroot is dat we over twintig jaar nog steeds dit soort voorstellingen nodig hebben. Alles verandert, maar blijft alles ook hetzelfde?