Gaslighting is zo’n term die ik lange tijd eigenlijk niet begreep. En daarom ook wel een beetje vervelend vond, als iemand mij of iemand in mijn buurt ervan betichtte. Want wat was het nu helemaal? En ik kon ook eigenlijk niets meer zeggen, want voor ik het wist was het weer te classificeren als dit wat ongrijpbare vergrijp.
Op wikipedia staat het volgende: Gaslighting is een vorm van psychologische manipulatie waarbij de pleger er, al dan niet bewust, op uit is het slachtoffer (tegenstander) mentaal te ontredderen. Dit probeert de pleger te bewerkstelligen door bij het slachtoffer twijfel te zaaien aan het eigen gezonde verstand. De gaslighter zal de werkelijkheid glashard ontkennen, of precies het tegendeel beweren van eerder door hem/haar gedane uitspraken. Deze vorm van manipulatie kan zeer schadelijk zijn voor de mentale gezondheid van de andere partij, wanneer deze vorm van manipulatie veelvuldig wordt toegepast.
De term is afkomstig van de titel van het toneelstuk Gaslight (geschreven door de Britse toneelschrijver Patrick Hamilton, 1938) dat meermaals verfilmd is, onder andere in 1944 (Gaslight). De echtgenoot in Gaslight draait zo nu en dan het gaslicht (Engels: gaslight) lager. De vrouw merkt op dat de lamp minder licht geeft, maar de man ontkent in alle toonaarden en suggereert herhaaldelijk dat ze de laatste tijd wat bijziend overkomt. De vrouw gaat twijfelen totdat ze uiteindelijk gelooft dat niet het licht zwakker wordt, maar haar eigen ogen of gezond verstand.
De crux zit natuurlijk in dat – al dan niet bewust – uit de definitie. Gaslighting heeft in die zin zo ontzettend veel te maken met zaken als witte broosheid en cognitieve dissonantie (zie voor korte uitleg van deze termen aan het eind van dit blog). De ‘pleger’ van gaslighting ontkent de werkelijkheid vaak zo glashard, omdat die werkelijkheid bij haar/hem te veel pijn doet. Het verbuigen van de feiten, van het verleden, van je herinnering, is dan makkelijker dan het voelen van die pijn.
Het grappige is – of nee, er is niets grappigs aan eigenlijk – dat ik pas doorhad wat gaslighting was, pas heel precies kon vastpakken en voelen en verwoorden wat het is en hoe het gedaan wordt, toen het mij overkam in een rol waarin ik het niet deed, maar het me overkwam. Zo onzichtbaar als dit mechanisme is voor degene die er voordeel van heeft, zo ongelofelijk zicht- en voelbaar is het voor degene die erdoor klemgezet wordt.
Het was als volgt (nee dat was het niet, ik heb het voorval zodanig aangepast dat het geanonimiseerd is. Dit oefenen voelt nog te eng en beginnend om mijn omgeving daar zichtbaar in mee te nemen): Met een groepje vrienden wilde we een weekendje weg organiseren. Met elkaar twee dagen iets leuks en nieuws beleven. Maar wat? Ik vertelde de groep over een mooi festival waar ik vorig jaar geweest was, en dat komend voorjaar weer is. De kaarten zouden juist nu in de voorverkoop gaan, dus wellicht was dit iets? De groep reageerde enthousiast en ik beloofde het te gaan regelen.
Nadat ik het geregeld had, kwam bij een deel van de groep twijfel op: hadden we niet te snel besloten? Waren er niet nog veel leukere festivals komend jaar? Zouden we niet beter wachten tot het najaar? Was het het geld dat we er aan hadden uitgegeven, wel waard?
Nu is twijfel zeker niet iets om je voor te schamen, maar toch: het is niet fijn om te merken dat je in het enthousiasme van het moment ergens in mee gegaan bent, wat je achteraf onverstandig vindt. Dus, wat gebeurt er in het hoofd van deze mensen? (denk ik dan, want ik zit niet in hun hoofd natuurlijk, dit is een assumptie) De werkelijkheid wordt aangepast totdat hij past bij hoe hij had moeten zijn. En dan krijg je uitspraken als: “Jongedame, waarom heb je de kaartjes al gekocht? We hadden alleen maar besloten dat je zou gaan onderzoeken wanneer het festival precies was en wat de kaartjes zouden kosten! Lieverd, we hadden toch ook best een jaar later naar dit festival kunnen gaan? Marian, ik snap dat jij heel graag wilt en dat het wat sneu voor je is omdat je er al zoveel werk aan had, maar volgens mij zouden we als vriendengroep tijd en geld over moeten houden om ook wat vaker uit eten te gaan.”
Ik zat in de kring en keek mijn vrienden aan. Ik verdedigde me eerst nog, legde uit hoe het proces gegaan van. Dat ik een opdracht van de groep zelf had uitgevoerd, dat dit besluit gezamenlijk genomen was. Dat ik het helemaal prima vond om de kaartjes te annuleren, geen probleem, maar dat ik het niet fijn vond dat ze deden of ik mijn boekje te buiten was gegaan. Maar ik zag ook dat met iedere zin die ik uitsprak, de werkelijkheid langzaam vervaagde tot een debat met ‘twee kanten van het verhaal’. Dat feiten verwerden tot opinies waar mijn vrienden het mee ‘eens’ of ‘oneens‘ konden zijn. Het was een absoluut vervreemdende ervaring, alsof de werkelijkheid om me heen op een soort Alice in Wonderland achtige manier vervormde en veranderde. Ik voelde me ontzettend in de hoek geduwd en snapte totaal niet dat men niet serieus nam wat ik zei, het bijna niet eens leek op te merken àls ik wat zei. En tegelijkertijd – ik kan me heel goed voorstellen dat mijn vrienden niet doorhadden wat voor effect ze op me hadden. Dat is het gevaar van gaslighting – het bewust of onbewust. De alternatieve werkelijkheid die mijn vrienden voor zichzelf geschapen hadden, was voor hen zo waar, dat ik bijna begon te twijfelen: had ik het dan toch fout gezien of onthouden? Het is ongelofelijk hoe sterk het mechanisme werkt om het individu (in dit geval dus ik) te laten twijfelen aan zichzelf. Ik wed dat jullie – mijn lezers – zelfs terwijl jullie dit blog lezen, ergens in je hoofd denken: maar misschien had Marian wel ongelijk? Klopte haar herinnering wel?
Ik vind het moeilijk om op dit moment deel uit te maken van deze vriendengroep. Vooral omdat de vrienden geen idee hebben wat mijn probleem nu is. En ze de uitspraak ‘jullie gaslighten mij’ net zo’n domme dooddoener vinden, als ik hem vroeger zelf vond. Het raakt me daarnaast dat tijdens het gesprek (bijna) niemand naast mij kwam staan, de groepsdynamiek met mij probeerde daar te houden waar de werkelijkheid was. Iedereen boog mee met de Alice in Wonderland verbuiging van ons gezamenlijke verleden.
Ik ben ook boos. Maar dat is dan niet op de groep. Dat is op mezelf. Want dit is al 100 keer eerder gebeurd, alleen dan stond ik niet alleen, maar in een groep. Te verbuigen of te zwijgen. Te wachten tot de lieve vrede weer terug was. Te bedenken dat de toon van het aangesproken individu zo ontzettend hard was, dat we het toch gewoon even uit konden praten als zij/hij alleen maar even redelijk zou doen. En iedere keer dat ik daar stond en iemand mij wanhopig vertelde dat de werkelijkheid echt anders was, dat het oneerlijk was om dit te doen, sloot ik mijn ogen en mijn oren en keek ik weg.
Dat is en blijft mijn uitdaging: hoe leer ik deze mechanismen zien, op die momenten dat ik er zelf voordeel van heb. Hoe luister ik, juist als iemand me iets heel oncomfortabels vertelt. En hoe bespreek ik met mijn omgeving deze ervaringen en gebeurtenissen, zonder te verzanden in het moeras van de schuld. Want schuld is meestal helemaal geen factor, dit gebeurt vaak zonder dat het de bedoeling was. Bewust of onbewust, daar is ie weer.
Hoe ik verder ga weet ik nog niet, maar zoals Elizabeth zegt: ik ga er van uit dat dat komt, omdat ik nog niet genoeg geoefend heb.
Ik ben echt onder de indruk van de inhoud van je blog en de wijze waarop je dit ingewikkelde onderwerp beschrijft.
Dank! Blijf vooral bloggen!
Dank je wel! Fijn om te lezen, want best spannend om te doen. Ik beloof je dat ik blijf bloggen!