Ik weet het, jullie hebben nog een blog tegoed over een heel belangrijke heuristiek in ons hoofd: The confirmation bias. De heuristiek die ons feiten die passen bij ons wereldbeeld, beter doet zien en onthouden, dan feiten die ons wereldbeeld tegenspreken.
Maar eerst wil ik gewoon even bijpraten. September is voorbij, de eerste echte maand van onderzoek. Augustus was voor mij de maand van bezinning, van acceptatie dat mijn onderwerp echt een onderzoek waard is. Van voelen dat het echt absurd lastig kan zijn om van mening te veranderen.
In september ben ik begonnen met uitzoeken waarom dat eigenlijk zo is. Mijn speurtocht leidde me steeds verder weg van mijn thuisbasis als socioloog, en steeds verder de wonderlijke wereld van verhalen, hersenen en primaten in. Ik heb ontzettend veel geleerd (en ik ben nog niet klaar, de meeste boeken en opleidingen zijn halverwege) over hoe je hersenen werken. Over hoe mijn hersenen werken. Over waarom ik volledig bevroor toen ik luisterde naar iemand die me vertelde dat antidepressiva niet werkten. Over waarom ik denk dat ík genoeg patronen gezien heb, bewijzen heb, dat het wel werkt. De reis in de neurologie en psychologie die ik de afgelopen maand gemaakt heb, was heel leerzaam en confronterend. Daniel Kahneman, nobelprijswinnaar en boekenschrijver, maakte me op een gegeven moment zelfs echt ongelukkig toen hij aankondigde dat hij dacht dat het verbeteren van hoe je denkt, van hoe je hoofd werkt, eigenlijk een onmogelijke opgave is.
Als dat waar is, zitten we met dit brein, met deze heuristieken, opgescheept. Is het niet een kwestie van hersentraining om mensen makkelijker van mening te laten veranderen. Een conclusie die mij nog wat te voorbarig is (hoezo confirmation bias?), maar die ik wel al tentatief laat ‘rondklotsen’ in mijn hoofd.
Een tweede excursie van september was in de primatologie. Omdat ik zo vaak hoorde (zeker als ik probeerde te onderzoeken hoe mensen denken): dat komt uit ons jagers-verzamelaars brein! Wat was dat, een jagers-verzamelaars brein? En waarom had ons verleden van miljoenen jaren geleden, eigenlijk invloed op ons huidige gedrag?
Wat deze excursie me geleerd heeft, is de kracht van samen eten delen. En de kracht van verhalen. En vooral: de kracht van groepen, van maatschappelijk verbonden samenleven. De grondleggers van de sociologie waren onze voorouders, die elkaar al nodig hadden om te overleven. En die intergenerationeel moesten leren en groeien om hun bestaan te garanderen. Waarom samen eten en verhalen vertellen hier zo centraal bij was, daar kom ik graag nog eens op terug in het blog. Maar het levert me voor nu een heel mooi draadje op om in oktober of november over door te onderzoeken.
Ten slotte heb ik me in september verdiept in politieke filosofie. Dat komt eigenlijk door mijn eerste onderzoek naar hoe ons brein werkt. Hoe we denken. Uit dat onderzoek komt dus die tentatieve conclusie naar voren dat we beter zijn in veranderen van mening, als we niet weten dat we het aan het doen zijn. Als we onze heuristieken gebruiken. Dat brengt een mens al heel snel naar onderwerpen als nudgen, big data, facebook en cambridge analytica. Een ‘detour’ die ervoor gezorgd heeft dat ik in september twee belangrijke dingen heb gedaan: ik ben gestopt met Facebook, en ik ben aan Harvard de leergang Justice gaan volgen. Politieke filosofie, de basis van moreel gelijk, is een ingewikkeld maar fascinerend onderwerp. Ook hier ben ik nog lang niet mee klaar, maar dat is niet erg: moraliteit van de groep brengt me via een andere weg weer terug naar verhalen en naar de sociologie. Naar wat onze maatschappij nodig heeft om zo goed mogelijk te faciliteren dat we ook in de 21e eeuw nog van mening kunnen veranderen.
September was een drukke en mooie maand. Oktober beloofd dat ook te worden, maar wellicht op andere onderwerpen. Zo geef ik in oktober veel les. Ook zijn er mooie klussen en opdrachten op mijn pad gekomen in september, die me uitdagen en aan het werk zetten. Het ‘echte’ leven trekt hard aan me de komende maand. Tijd blijven houden en maken voor het onderzoek wordt een echte uitdaging. Maar goed: die moest ik vroeger of later toch tackelen, dus kom maar op! Want dat dit onderzoek ontzettend leuk, interessant en ook nuttig is, dat weet ik na een maand al zeker. Dankzij alle heuristieken en mijn jagers-verzamelaarsbrein waarschijnlijk, maar toch 🙂
O, en die titel van dit bijpraat blog? Die komt door zondagavond, toen op de BBC de eerste aflevering van de nieuwe Doctor Who serie was. Met – voor het eerst in 50 jaar – een vrouwelijke doctor. Een feit dat voor behoorlijk wat controversie en ellende heeft gezorgd de afgelopen maanden. Als reactie daarop sprak de nieuwe doctor gisteren in de aflevering de volgende hoopgevende woorden: “We are all capable of the most incredible change. We can evolve while still staying true to who we are. We can honor who we’ve been and choose who we want to be next.”
De basis van ‘moreel gelijk’ is inderdaad een fascinerend onderwerp, zeker in relatie tot politieke issues en de rol van massamedia. Zie bijvoorbeeld de controverse rond het (niet) uitzetten van kinderen. Afgelopen zondag (07/10/2018) nog eens haarfijn toegelicht door Arjen Lubach. En ook dat heeft alles te maken met jouw onderzoek naar ons (on)vermogen om van mening te veranderen. Ik blijf je zoektocht met belangstelling volgen Marian.