Zonder dat ik het me heel erg bewust was, ben ik met het afronden van de online course ‘the science of everyday thinking’ op een belangrijk punt in mijn onderzoek gekomen. De afgelopen weken en maanden heb ik mij verdiept in hoe onze hersenen werken, waarom we dingen denken, welke onbewuste ‘shortcuts’ we gebruiken en wat voor effect dit heeft op onze meningen. Dit onderzoek leidde uiteindelijk tot de blog over klimaatverandering, waar ik alles wat ik geleerd heb, optelde tot een manier waarop je mensen van mening kan laten veranderen.
Klaar dus, zou je zeggen. Maar toen gebeurde er iets in Amerika dat mij het gevoel gaf dat het allemaal niet zo simpel was. Dat er meer aan de hand is. Dat soms mensen tegen alle klippen op, blijven volhouden dat onwaarheden waar zijn. Niet zozeer omdat ze het nog geloven, maar omdat ze behoren tot een groep waarbinnen die onwaarheid nu eenmaal tot vaststaand feit is verheven. De groep bepaalt de mening, en dat heeft niet veel meer met denkprocessen te maken.
Wat gebeurde er? Een politiek journalist, Jim Acosta, werd de toegang tot het Witte Huis geweigerd. De reden die het Wite Huis aanvoerde voor deze weigering was, dat Acosta een stagiaire van het Witte Huis onjuist aangeraakt zou hebben (letterlijk: placing his hands on a young woman). Nu is de term ‘placing his hands on’ redelijk ambigue, maar de boodschap was dat de journalist geweld had gepleegd tegen de stagaire. Een vrij bizarre claim, gezien het beeldmateriaal dat uitgezonden werd van de persconferentie. Wat je vooral zag, was een journalist die de president het vuur aan de schenen legde met zijn vragen, en niet wilde ophouden met vragen stellen.
Maar nu komt het: niet veel later geeft het Witte Huis haar eigen versie van het beeldmateriaal vrij. Dezelfde beelden, maar ingezoomd, herhaald en waarschijnlijk iets versneld. Deskundigen, journalisten en aanwezigen zijn unaniem in het verwerpen van deze overduidelijke manipulatie. De bron van het filmpje is zelfs terug te leiden naar infowars, een ‘spinning-website’. Maar toch: het Witte Huis kiest ervoor om deze versie van de film officieel te verspreiden als haar waarheid.
Wat is het gevolg? Iedereen valt nu over elkaar heen over de vraag in hoeverre het tweede filmpje is gemanipuleerd. De objectief aanwezige waarheid is een wij-zij verhaal geworden. Een zeer actueel voorbeeld natuurlijk van het ‘somewhere in the middle’ syndroom: het Witte Huis hoopt dat als er twee versies van de film zijn, de grote massa denkt dat de waarheid ‘wel ergens in het midden’ zal liggen. En voor je het weet is de journalist toch verdacht… Want waar rook is….
Maar buiten dat dit een heel actueel – en heel erg bedreigend vind ik – voorbeeld is van hoe het geloof in samenzweringen werkt en kan worden gestimuleerd, was ik in de discussie op het internet over deze filmpjes vooral gegrepen door een discussie vanuit een andere invalshoek: in hoeverre is dit nog een kwestie van geloven in de samenzwering? In hoeverregaat dit nog over het ‘somewhere in the middle’ syndroom, en over het blijven geloven van de massa in de onschuld van de president?
Op twitter bracht Amanda Marcotte, politiek schrijver en bekend als ‘outspoken voice of the left‘ het standpunt in dat we deze fase in de massahysterie allang voorbij zijn. Dit is geen kwestie meer, zo stelde ze, van goedgelovige en ongeruste burgers die door hun hersenen voor de gek gehouden worden. Dit is ondertussen een kwestie van groepsdruk en van machtsmisbruik, van tribalisme. Mensen geloven niet meer in de mythe, mensen doen wat de groep – en de baas van de groep – zegt dat ze moeten doen.
Het onderscheid is wellicht subtiel, maar wel belangrijk: bij massahysterie gelooft de massa nog in de leugen, bij tribalisme weet de massa heel goed dat er gelogen wordt, maar wordt de leugen alsnog gesteund. Omdat in tribalisme het een teken van loyaliteit aan de hoge baas is, als je hem zelfs steunt als hij liegt.
Massahysterie moet je bevechten zoals ik in mijn eerdere blog uitlegde: met het op een juiste manier presenteren van de feiten. Maar wat doe je bij tribalisme? Terugpraten is eigenlijk niet wenselijk, immers: het is ook een teken van loyaliteit aan je eigen groep als je de ‘vijand’ op kan jutten. En als we echt in een staat van tribalisme zitten, dan zitten we midden in dit vijand denken. De vijand geloof je niet, ook niet als hij het argument goed presenteert. Sterker nog: het gaat helemaal niet meer om geloven. Het gaat om loyaliteit en macht.
Ik wil eigenlijk deze gedachtes in mijn hoofd niet afmaken.Ik vind een wereld waarin grote groepen mensen slachtoffer zijn van massahysterie, een heel stuk vriendelijker dan een wereld waarin we een stammenstrijd voeren. Maar tegelijkertijd voel ik in mijn botten, dat ik hier de volgende fase van mijn onderzoek te pakken heb. Van mening veranderen in je hoofd, dat was één. Nu nog van mening durven veranderen in een groep en in je gedrag. Wordt vervolgd dus…